Tadzjikistan (2)
25 oktober - Practising English in Emtz

Het slapen in een oord zonder stroom heeft zo zijn voor- en nadelen. Eerst maar eens de voordelen. Ten eerste maak je eindelijk eens een goede lange nacht, want als de wodkafles dicht blijft en de generator uitstaat, is het werkelijk doodstil en aardedonker tussen 19:00 en 6:00. Omdat het in ons vertrek zo'n 11 graden is, kruip je diep onder de verschillende lagen dekens. Ten tweede zie je bij een nachtelijk bezoek aan de wc op een heldere nacht werkelijk zó veel sterren, dat het je duizelt. Aan de andere kant kondigde 1 van de nadelen zich in het holst van de nacht aan door het getrippel van pootjes. Was het een rat, was het muis? Eigenlijk was die vraag al snel niet interessant meer. Want waar kwam dat geluid vandaan??? Was het in onze kamer, om ons heen of boven ons hoofd? Het was zó donker, dat we er paranoïde van werden. Even schijnen met onze mobiel leverde niets op, dus dan maar weer slapen. Maar steeds na een hazenslaapje waren er weer die trippelende pootjes...
Na het ontbijt wachtte ons een warm afscheid, compleet met hoofddoek als antwoord op onze meegebrachte cadeautjes.
Vandaag stond ons een rit van zo'n 200 km te wachten, waarvan het grootste gedeelte dezelfde weg was als die van 2 dagen geleden. Dit betekende dat we na 7 kwartier eindelijk weer wisten hoe asfalt er ook alweer uit zag. Uiteindelijk zagen we Afghanistan weer liggen en we reden een tijdje evenwijdig aan de grens. Welcome back, Chinese truckers! Helden! Dit gedeelte werd steeds ruiger met steile rotsen en een kolkende rivier. Na een hap in een goed wegrestaurant doken we de Bartang Vallei in, waar we in het dorp Emtz terecht kwamen bij onze volgende homestay. Gastvrijheid alom en alhoewel de lunch nog maar net achter onze kiezen was, werd er soep geserveerd. 'Nee' zeggen mag je als een goede gast nooit, dus deden we onze best om zo ver mogelijk te komen.
De gastheer sprak weinig Engels, zoals de meeste mensen hier, maar 5 minuten nadat hij mompelend was weggelopen, kwam hij terug met een neef die leraar Engels bleek te zijn geweest. Hij was maar al te blij om na 7 jaar zijn kennis weer eens op te vijzelen. Het was voor ons ook eens fijn om het één en ander te weten te komen over Tadzjikistan.
26 oktober - Fresh Lunch in Geisev

Onze tweede homestay is een prima plek om te verblijven. Zeker als je je erop instelt dat je weinig comfort en privacy hebt. Het wordt tijd hier iets meer over te vertellen.
Ons tijdelijk onderkomen voor twee nachten is een huis met twee kamers. Als je je schoenen hebt achtergelaten bij de voordeur, ben je meer dan welkom om het eerste vertrek te betreden. Het grootste gedeelte bestaat uit een verhoging. Op deze verhoging kun je zittend eten, tv kijken (Sven heeft bijvoorbeeld Batman in het Russisch zitten kijken), relaxen, enz. Er gaat een deur naar het tweede vertrek, dat er soortgelijk uitziet. Als het donker wordt, worden beide ruimtes omgetoverd tot slaapvertrekken, door de grote stapels matrasjes en kussens, die in de hoek van het eerste vertrek staan, te verdelen op de grond. Hoeveel mensen precies in dit huis verblijven, is ons niet helemaal duidelijk, aangezien wij slechts in het eerste vertrek verblijven. Maar zeker meer dan 10. Je moet je voorstellen dat er slechts vitrages voor de ramen van het eerste vertrek hangen, het een komen en gaan is van mensen door deze ruimte én Djirgan ook in 'onze' ruimte slaapt.

Dan het toilet, of beter gezegd het tentje in de tuin, met een gat in de grond. Eerlijk gezegd is dit nog vrij luxe vergeleken met sommige buren, die geen toilet bezitten. Het toiletpapier dat wij tot nu toe gehad hebben is óf een kapot gescheurd boek óf iets wat een kruising lijkt tussen schuurpapier en behang, wat een erfstuk blijkt te zijn vanuit de Sovjetperiode. Maar... we mogen niet klagen. Langs de Pamir Highway hebben we toiletten gezien waar je het liefst met een grote boog omheen loopt en je behoefte in moeder natuur doet.
Genoeg over onze tijdelijke omstandigheden.
Vandaag gingen we opnieuw aan de wandel. Dit keer in de Bartang Vallei, waar ook onze homestay staat. We reden eerst een kilometer of 30 naar een hangbrug voor voetgangers. Het dorp Geisev lag 7 km verderop bergopwaarts op een hoogte van zo'n 2.500 meter en was te bereiken over een ezelspad. De vallei was prachtig en in de verte zagen we een bijna volledig besneeuwde berg verschijnen. De temperatuur was duidelijk voelbaar gedaald toen we de eerste huizen van Geisev in het vizier kregen. Een kop warme thee in een typisch Pamir huis deed ons goed. We maakten nog wat foto's even verderop bij het meer en lunchten toen overheerlijk met allerlei verse producten van het land. Wat een geweldige omgeving om een dag in te wandelen; de stilte om ons heen, de reusachtige bergen en de prachtige natuur. We hebben echt het gevoel zó ver van huis te zijn op het moment. Heerlijk!
27 oktober - Khorog

Vlak voordat we gisteren naar bed gingen, stond er opeens een man in de woonkamer. Hij heette ons welkom en begon vervolgens al zijn Engelse woorden op Sven af te vuren. Dit waren er niet veel, dus de rest beeldde hij maar uit met zijn handen of vulde hij aan met Russische woorden. Al snel werd ons duidelijk dat deze man onder invloed was van het één of ander. Onze eerste aanwijzing was dat hij met zijn schoenen aan naar binnen was gelopen. Dit mag je natuurlijk nooit doen! Daarnaast was hij voortdurend met zijn ogen aan het rollen en trad hij in herhalingen. Zijn favoriete onderwerp was voetbal en laat Sven daar nou juist niet echt over mee kunnen praten. De beste man wist meer te vertellen over Nederlands voetbal dan Sven kon beamen. Het tweede onderwerp dat hij interessant vond, was Tadzjikistan en op de kaart in de Lonely Planet wees hij allerlei plaatsen aan. Ondertussen was een meisje dat hier woont aan het vertalen geslagen. Het kostte ons heel veel moeite om de man ervan te overtuigen dat we moe waren en wilden gaan slapen, maar uiteindelijk lukte het. Marijke was onder de indruk van Svens geduld met deze man en zei 'm dat ze bang was dat ie straks voor onze neus zou staan. Tenslotte sliepen wij zo'n beetje naast de deur, die 's nachts niet op slot gaat hier.
Nog geen uur later, toen iedereen al op 1 oor lag, ging de deur open en, ja hoor, daar stond de dorpsgek weer en hij riep vanalles. Oma kwam haar bed uit en begon hem weg te jagen, maar hiervoor was aardig wat overtuigingskracht nodig. De deur ging op slot, maar niet lang daarna was ie weer terug en begon ie weer te roepen en op de deur te bonzen. Een mannelijk lid van de familie wist hem na wat moeite weg te krijgen. Het werd daarna gelukkig weer rustig in huis.

Na 4 nachten homestay smachtten we inmiddels naar een douche en laat dat nou vandaag op het programma staan! Khorog, de belangrijkste stad van het Badakshan autonoom gebied, waar we inmiddels al dagen ronddwalen, was onze volgende bestemming. Deze grootste plaats van de oostelijke helft van Tadzjikistan met 26.000 inwoners kwam op ons over als een miljoenenstad vergeleken met de dorpjes van de afgelopen dagen. Hier kunnen we heel even bijkomen, voordat we weer de wildernis in gaan.
Naast het genieten van de luxe van een hotelkamer hebben we een aantal dingen gedaan in Khorog. Allereerst zijn we door central park gelopen naar het museum. Zoals in wel meer musea hier, was de Engelse vertaling karig te noemen. De echt interessante dingen werden niet vertaald en wie de vele afgebeelde mannen waren, zullen we nooit te weten komen (op Lenin en Stalin na dan). Sven vermaakte zich echter wel. Aangezien het buiten steeds frisser begint te worden, zien wij de laatste dagen steeds meer katten naar binnen trippelen. Bij de laatste homestay bijvoorbeeld lag er een kat aan Svens voeteneind. In het museum in Khorog kwam een kitten vrolijk naar ons toegelopen en toen Sven bukte om het beestje wat aandacht te geven, sprong ie meteen in z'n armen. De rest van het museum hebben Sven en kitten samen bekeken en als Marijke Sven even kwijt was, dan hoefde ze alleen maar op het geknor van kitten af te lopen.
5 km vanaf Khorog, dat op 2.200 meter hoogte ligt, bezochten we de op 1 na hoogst gelegen botanische tuin ter wereld, 3.900 meter. Het was best vreemd om vanaf daar op de stad neer te kijken en op de achtergrond nóg hogere bergen te zien.
Als laatste gingen we naar de bazaar, waar wij als enige westerlingen erg opvielen. Souvenirs hebben we er niet gevonden, waaruit maar weer blijkt dat Tadzjikistan nog niet echt op toeristen is ingesteld. Wat er wel verkocht werd, waren huishoudelijke zaken en kleding. Leuk om er even rond te lopen, maar het begon al snel te regenen. De rest van de middag hebben we aan een pot thee gezeten.
28 oktober - Hot springs on the way to Yamg

De route ging vandaag (nog steeds) langs de grens met Afghanistan. Er was onderweg genoeg te beleven, waaronder de warmwaterbronnen van Garam Chashma. Er waren gescheiden ruimten voor mannen en vrouwen.
Marijke mocht naar rechts en ze kwam uit bij een ruimte met bad van 3 bij 3. Op dat moment stond er een man (huh?) in de ruimte en zat er een huilend meisje van een jaar of 5 op de rand van het bad. Meteen begon de man een heel relaas in het Russisch. Wat Marijke daarvan begreep was of het okay was dat het meisje ook zou blijven. Ja tuurlijk, het meisje mocht best blijven. Spasiba. Je kunt de deur op slot doen. Meteen gedaan. 4 lagen kleren uitgedaan (de sneeuw komt dagelijks dichterbij) en bij het meisje op het randje gaan zitten. Benen over de rand.... sodeknetters begrijpelijk dat het meisje huilde. Dit was loeiheet! Niet aanstellen en stukje bij beetje tot de kin in het water gegaan. Heerlijk om die zwaveldampen op te snuiven. Na een klein half uur uitgebadderd en weer alle lagen aan gedaan. Het meisje, dat niet verder dan het randje was gekomen, volgde. We hebben geprobeerd met elkaar te babbelen, maar 'warm' in Tadzjieks kwam nog net over. 'Hoe heet je?' is niet gelukt.
Sven mocht naar links en kwam in een beduidend grotere ruimte terecht waar meer mannen aan het badderen waren. Het was daar een geplons van jewelste, die mannen zwommen heerlijk in het warme water rond en gingen kopje onder. Sven moest er ook aan geloven en hij knoopte een heel gesprek aan met een aantal van de mannen, die het natuurlijk machtig interessant vonden om met een niet-Tadzjiek in zee te gaan. Wat Sven ontdekte (en Marijke niet door het gebrek aan communicatie) was dat het ook mogelijk was om je in te smeren met modder. Dus meegedaan met de Tadzjieken.
De lunch nuttigden we bij het Khaakha Fort, waar we met een volle buik een kijkje gingen nemen. Het was erg vervallen en de oudste gedeelten bleken te stammen uit de derde eeuw (voor of na Chr. is vanwege tegenstrijdige informatie onduidelijk). Vanwege de ligging op een berg, met zicht op Afghanistan, is het fort tot voor kort gebruikt voor militaire doeleinden.
Er stond ons nog een tweede warmwaterbron te wachten, maar bij aankomst bovenop een bergtop van zeker 4.000 meter bleek deze gesloten. Gelukkig was de rit ernaartoe niet helemaal voor niets geweest, want een kilometer terug was het Yamchun Fort. Ook hier weer tegenstrijdige informatie, maar volgens de borden bij het fort dateert dit uit de 3e tot 1e eeuw voor Chr. Het uitzicht was geweldig! De bergtoppen van de Hindu Kush (boven de 7.000 meter), die de grens van Afghanistan en Pakistan afbakenen, torenden boven ons uit.
Na deze bezienswaardigheden in de Wakhan Vallei, gingen we op weg naar Yamg, waar we 1 nacht in een homestay overnachten.
29 oktober - Afraid of the cold in Keng Shiber

Een koud nachtje werd gisteravond ingeluid met 'hardcore' douchen door 2 emmers water te gebruiken waarbij het kleinste emmertje gevuld werd door water te scheppen uit de grootste emmer en deze vervolgens leeg te kieperen over je hoofd. Het werd een koude nacht, 9 graden in onze kamer en onder 0 bij een nachtelijk bezoek aan de wc. Maar we hadden een kamer voor onszelf, een bed met extra deken en sowieso was een 'douche' een enorme luxe.
De man des huizes leidde ons vanochtend rond in het museum en deed erg zijn best om zijn verhaal in het Engels over te laten komen. Daarna reden we richting Keng Shiber, de kou tegemoet. Het viel ons op dat Djirgan erg stil was vandaag. Toen we er naar vroegen, bleek dat hij zich zorgen maakte over de kou. Dat maakte ons erg nieuwsgierig.
Onderweg bezochten we eerst nog een boeddhistische stoepa, die wel wat weg had van een kleine piramide. Vervolgens gingen we de eenzaamheid in. We kwamen steeds hoger boven zeeniveau, tot 4.344 meter. Er waren geen bomen en struiken meer, slechts rotsen, sneeuw en ijs en dat alles op de bergen, op het water en op de weg. We kwamen uren niemand tegen; geen kip, geen hond, geen koe, geen mens en geen auto. Wat een uitgestorven gebied was dit! Afghanistan was soms op 25 meter afstand van ons en met die bevroren rivier hadden we zo een stiekeme oversteek kunnen maken. Na een tijdje zagen we een karavaan met kamelen aan de overkant van de rivier. Dit was zo'n beetje het enige teken van leven onderweg. Na Afghanistan gedag gezegd te hebben, reden we na dagen weer een stukje over de Pamir Highway. Zowaar asfalt. Maar die luxe was zo voorbij en we sloegen af naar een hobbelige zandweg om een tijdje later Keng Shiber te bereiken compleet met kou en sneeuw. Hier overnachten we 2 nachten in een herdershuis waar binnen volop gestookt werd tot 25 graden en het 's middags al -5 was. We kunnen niet wachten om er 's nachts uit te moeten!
30 oktober - First signs of High Altitude Sickness in Keng Shiber

Waarom niet fijn een stukkie lopen op grote hoogte? Juist, dat gingen we vandaag doen. Vanaf onze overnachtingsplaats op zo'n 3.600 meter reden we eerst een stuk door de sneeuw naar een hoogte van zo'n 4.500 meter. Het doel was de Bel Airyk pas op 4.835 meter. Onze voeten waren nog niet opgewarmd van het stuk rijden met de auto en de flessen water achterin de auto bestonden voornamelijk uit ijs. Dit om te illustreren hoe koud het vannacht was geweest. Inmiddels hadden we 6 lagen kleding aan en omdat de zon scheen en we aardig moeite moesten doen om de berg op te komen, liepen we al snel te zweten. Dit wil niet zeggen dat het warm was, we hebben het kwik tijdens de wandeling zien dalen naar -9. Vanwege de hoogte is stijgen lastiger dan normaal en daar komt nog bij dat we inmiddels allebei een verkoudheid hadden opgelopen, waardoor we sowieso al minder lucht hadden. Dit was niet zo raar gezien de daling van temperatuur van 30 °C in Hulbuk een week geleden naar -9 °C hier. Als extra moeilijkheidsgraad lag er op sommige plekken aardig wat sneeuw, waardoor we regelmatig tot over onze enkels en een enkele keer zelfs tot onze knieën in de sneeuw zakten. Al snel werden onze voeten ijsklompjes. Vooral Sven had het heel erg zwaar. De hoofdpijn, kortademigheid, misselijkheid en wankeligheid sloegen toe en op een hoogte van zo'n 4.600 meter besloot hij terug te lopen naar de auto. Marijke liep nog wel verder, maar het ging zó traag en het kostte zó veel moeite, dat ook zij besloot dat het welletjes was, ongeveer 100 meter hoger en een uur verder. Nóg 2 km door lopen leek gekkenwerk. Door al die inspanning vergaten we te genieten van de omgeving. Dit hebben we dan ook maar op de terugweg gedaan. 1 ding is zeker, de omgeving was prachtig. We zagen nog Marco Polo schapen, die als schapen met de grootste hoorns door het leven gaan.
Terug bij de auto bleek Sven de auto te zijn misgelopen en hij kwam net van de andere kant aan lopen. Met natte sokken, bibberende handen en niet in staat om nog normaal te praten, gingen we achterin de auto zitten. Het zou nog wel een tijdje duren voordat we weer opgewarmd waren...