Trapani
21 april - Trapani (Tornante)
Vandaag hoefden we niet zo ver te rijden, want we gingen op weg naar Trapani, minder dan 30 km ten noorden van onze overnachtingsplek in Marsala. We reden over de Zoutweg, die zo genoemd wordt omdat in deze omgeving zout gewonnen wordt. Nu hadden wij verwacht dat we het hele stuk tussen de zoutvelden zouden rijden, maar alleen op het laatste stuk vlakbij Trapani hebben wij er wat van meegekregen. Verder waren het vooral druiven- en andere fruitgaarden.
Omdat we gelezen en gehoord hadden dat Erice, dat op een heuvel boven Trapani ligt, interessant was om te bezoeken, besloten we daar eerst een bezoekje aan te brengen. Het was wel leuk dat Tina ons de kortste weg voorlegde, terwijl dit weer eens niet de makkelijkste weg was. Later lazen we dat de weg via het noorden de beste weg naar Erice was. Wij werden via het westen gestuurd. Deze weg bestond voor een keer wel uit asfalt, maar hij was best smal voor verkeer dat uit twee richtingen kon komen en daarnaast ging het stijgen echt heel snel. Bij de vele haarspeldbochten moesten we vaak terugschakelen naar de eerste vernelling. Wat waren wij blij dat we langs de Zoutweg nog gestopt waren om te tanken! Met zweethanden arriveerden we aan het begin van het stadje. Wat schetste onze verbazing? Er was zowaar een heuse parkeerplaats hier, met mooie parkeervakken. Al snel werd ons duidelijk dat we hier te maken hadden met een toeristische trekpleister. Nu was het voor een keertje best wel eens fijn dat iedereen je begreep als je iets in het Engels zei en zelf snapten we de folders en informatieborden zonder daarbij onze fantasie te hoeven gebruiken.
Erice staat bekend om zijn smalle, Middeleeuwse straten en grote hoeveelheid kerken. Er waren twee routes die door de stad gevolgd konden worden. We begonnen met de route die de meeste toeristen nemen en kwamen zo in een toren, diverse kerken en een kasteel. Dat was allemaal de moeite waard. In één kerk, Chiesa di San Giuliano, werd druk gewerkt aan het opmaken van de beeldengroepen (Misteri), die morgen door Erice gedragen worden. Nu al was dit indrukwekkend. Wij hopen een soortgelijk tafereel morgen mee te maken in Trapani.
Na een snelle hap gingen we op voor de tweede route, die minder toeristen trekt. Wat een verschil ineens, we kwamen maar een paar mensen tegen onderweg. De route ging langs de oude stadsmuren met zijn poorten. Ook kwamen we één straatje tegen, dat zó smal was, dat je er bijna klem in kwam te zitten als je er in je eentje doorheen liep. De meeste kerken die langs deze route stonden, waren niet van binnen te bekijken en daardoor ging het rondje aanzienlijk sneller. Alles wat in ons boekje over Erice stond, hadden we gezien na totaal vijf uur rondgewandeld te hebben en in totaal staan er 17 kerken op de foto. Dat is ongeveer een vierde van het aantal kerken dat dit stadje met bijna 30.000 inwoners telt. Wat een ontzettend leuk stadje!
Daarna gingen we naar Trapani en deze keer namen we de 'normale' weg de heuvel af. Al snel hadden we onze B&B gevonden, maar er was niemand aanwezig. Na gebeld te hebben, kwam er na 20 minuten een auto aan. De twee vrouwen bleken geen woord over hun landgrens te spreken en het contact ging moeizaam. Ze deden wel hun best, dat wel, maar het werkte gewoon niet.
We besloten wat te willen eten en reden richting Trapani, omdat onze B&B langs een doorgaande weg ligt tussen de weilanden. Daar vonden we een afhaalpizzeria en tijdens het overbruggen van een wachttijd van een half uur, hebben we wat boodschappen bij een Suup om de hoek gedaan.
22 april - Trapani (Santa Maria)
Vanochtend werden we wakker gemaakt door de regendruppels op de ramen. Omdat normaalgesproken het ontbijt buiten wordt genuttigd, kregen we het in plaats daarvan op de kamer geserveerd. Bij het fruit zat een vrucht die we niet kenden, maar typisch Siciliaans zou zijn. We konden dit allebei niet begrijpen, want hij was erg zuur en dat past totaal niet tussen al die zoetigheden die hier normaal geserveerd worden.
Met allebei een trui aan en de jas bij de hand stapten we de auto in om op weg te gaan naar het centrum van Trapani. We parkeerden vrij ver van het centrum af om de stadsdrukte te vermijden en liepen zo'n 4 km naar het centrum. In eerste instantie waren we niet zo heel erg enthousiast over Trapani, maar misschien dat het ook door de zware bewolking kwam. Bij de haven scoorden we een stadskaartje en een programmaboekje over wat er vandaag nog aan stond te komen en waarom we eigenlijk hier waren gekomen.
Om de tijd te doden liepen we door het oude gedeelte, dat eigenlijk nog wel leuk was. Kerkje, paleisje, we kennen het ondertussen wel. Daarna gingen we naar een toren aan het eind van het schiereilandje, maar dit bleek een vierkant gebouw, dat bovendien niet open was.
We zijn maar even een trattoria ingegaan en namen bij de koffie voor het eerst Cannoli. Best wel smullen!
Eigenlijk hadden we Trapani toen wel gezien en besloten ons in te lezen op de trappen van de kathedraal. Daarna zochten we een mooie plek uit bij een plein, vanwaar we de Goede Vrijdag Processie goed konden volgen. Het was toen iets over half 2 en afgezien van een enkele spetter, was het weer best wel aardig. Om ons heen begonnen zich trosjes mensen te verzamelen, vooral Italiaanse. We waren klaar voor de Processie van de Misteri: de 20 beeldgroepen die bijna 24 uur achter elkaar door de straten van Trapani gedragen worden. Deze beelden de lijdensweg van Christus uit.
Om klokslag 2 uur vertrok de eerste beeldengroep bij de Chiesa del Purgatorio, twee blokken bij ons plein vandaan. We waren strategisch gaan staan, zodat we de stoet aan zagen komen.
Om een beeld te geven: voorop loopt een groot aantal mensen (tussen 20 en 40), waaronder kinderen, met de aankondiging van welke scene er getoond wordt en met kaarsen, kruisen, doornenkroon, spijkers, etc. Daarachter komt de scene, die hoog boven het publiek uittorent en op de schouders gedragen wordt door soms 8 maar meestal 16 tot 20 mannen. Je moet je voorstellen dat deze beeldengroep loodzwaar is en als je deze langs ziet schuifelen en je naar de gezichten van de mannen kijkt, dan voel je overal kippenvel. Een man met een ratel geeft aan als er even gepauzeerd en juist weer getild wordt. Achter de beeldengroep volgt een orkest, die het tempo van de stoet aangeeft. Als het stil is, dan wordt er op een normaal tempo gelopen, maar als het orkest de rouwmars inzet, dan 'schommelt' de hele stoet schuifelend vooruit, van de linkervoet op de rechtervoet. En dit dan 20 keer, meestal dezelfde rouwmars.
De plek waar wij stonden was precies onder een balkonnetje. Er viel wel eens per ongeluk wat van dat balkonnetje naar beneden: water, stukken stucwerk, maar soms ook werd er expres geld naar beneden gegooid. Aan het eind hadden we het idee dat we hier met gastjespraktijken te maken hadden. Soms bleef een beeldengroep precies voor het balkonnetje stilstaan tegen betaling van geld. Voor ons kwam dat eigenlijk wel prima uit!
Af en toe liep er een priester mee met de stoet en begon een gebed. Om ons heen werd er mee gepreveld. De Italianen om ons heen waren nieuwsgierig naar ons geworden en probeerden contact met ons te maken. Sven kreeg al snel jaloerse blikken dat hij over het publiek heen kon kijken... maar hoe langer de Processie duurde, des te meer respect wij van ze hadden gekregen. Wij waren de enige toeristen die tot het eind zijn blijven staan op dezelfde plek. Om kwart voor 6 kwam de laatste beeldengroep voorbij en was het plein weer net zo vlug leeg als dat ie vol was gestroomd. Het is bijna niet te beschrijven hoe indrukwekkend het was om dit mee te maken. We hebben zo veel mogelijk foto's gemaakt om dit gevoel vast te kunnen houden.