Transfăgărăşan
24 september - Patience is not a virtue near Corbeni
Vandaag was de dag waar Marijke inmiddels met angst en beven tegenop zag; vandaag haalden we onze huurauto op. Inmiddels waren we tegen zóveel waarschuwingen aan gelopen en hadden we de drukte aan onze Nicolae Bălcescu Boulevard (die nonstop leek door te gaan) in Boekarest zelf aan den lijve ondervonden, dat we begonnen te geloven dat het een drama zou gaan worden. En al die irrationele gedachten konden weliswaar zó van tafel geveegd worden, door terug te denken aan het getoeter onder het rijden in Sicilië, waar wij binnen een week ook wel doorhadden dat vooral lef je moeiteloos door het verkeer loodsde. En niet te denken aan Maputo midden op de dag, waar busjes, auto's en vrachtwagens zich soms angstvallig dicht bij onze 4WD waagden. En het is allemaal goed gekomen.
Maar toch was Marijke wel een beetje zenuwachtig bij het opstaan vanochtend. De bus bracht ons weer bij de luchthaven, waar de medewerker van het verhuurbedrijf niet onder de indruk was dat wij een kwartier hadden moeten wachten tot hij weer terug was in zijn verhuurhokje. Hij probeerde ons maar niet al te veel extra's aan te smeren, want hij zag ook wel aan ons gezicht dat het niet zou gaan werken. We kregen een contract en een opdracht mee: buiten de vertrekhal een paar minuten wachten op de shuttlebus. Maar ook degene die vandaag was ingedeeld op de shuttlebus bleek totaal geen haast te hebben en we zagen busjes van andere verhuurbedrijven meerdere keren voorbij komen en de klanten werden uiterst klantvriendelijk te woord gestaan. Eindelijk kwam daar een groene bus die ons kwam halen en een minuut of 4 later kwamen we zowaar aan bij een terrein waar auto's stonden. Als de auto's niet in zo'n goede staat waren geweest, hadden we doen vermoeden dat we bij een autosloperij waren beland. Het was er een krappe bedoeling. We werden 'ontvangen' door een medewerker die ons commandeerde de bagage achterin onze auto te leggen. Eerlijk gezegd hadden we dit liever dan de nonchalance van de andere twee medewerkers, maar het contrast was erg groot. Voor we het wisten was de auto klaar voor vertrek, maar wij moesten onze bestemming nog aan Google influisteren. En daar gingen we, in de richting van Boekarest. De eerste afslag klopte niet en de volgende namen we liever niet, omdat daar centrum bij stond, maar toch kwamen we ineens aardig dicht in de buurt van de boze, enge stad. We bleven rustig, keken naar wat de andere chauffeurs deden en na een tijdje reden we zonder blikken of blozen de snelweg op. Zeer waarschijnlijk is dit de enige snelweg die we tijdens deze aandoen en het zorgde voor het weg tikken van snelle kilometers. De echte kennismaking met de Roemeense rijstijl begon pas toen de snelweg ophield en het landschap langzaam maar zeker steeds glooiender begon te worden. Bumper kleven, afsnijden, lichten seinen en toeteren; we kregen het allemaal om onze oren. Maar als het ons teveel stoorde, dan gingen we (daar waar mogelijk) aan de kant om die driftkikkers voor te laten gaan. We deelden de weg, vol met opgewonden standjes, daarnaast met voetgangers, fietsers, paard en wagen. Maar ook viel het ons op dat er heel veel straathonden liepen; steeds als we ergens stopten, kwamen er wel een paar aan lopen.
Buiten de belevenissen op de weg hebben we vandaag 2 kloosters bekeken: Horezu en Curtea de Argeş. Bij die eerste, die lag op een afgelegen plek op een heuvel, viel er een deken van serene rust over ons heen. De schilderingen in de kapel waren prachtig en de tuinen goed verzorgd. Bij het tweede klooster hadden we een totaal andere ervaring; aan het eind van de koningsboulevard bereikten we midden in de stad Curtea het grote terrein. We werden benaderd door bedelende oude vrouwen en doordat het er veel drukker was, zijn 'sereen' en 'rust' niet de woorden die daar in ons op kwamen. Het leek meer op een bedevaartsoord. De gebouwen die we zagen, waren wel prachtig om te zien. Na het klooster reden we terug naar het begin van de boulevard, want daar hadden we ook nog een kerk gespot. We vonden zowaar een parkeerplaats in een zijstraat. Na het bekijken van de kerk, gingen we verder op pad, over het begin van de Transfăgărăşan.
We overnachten de komende nacht in een pension in 1 van de eerste boerendorpjes die we tegenkwamen. Het pension staat pal naast een varkensstal en ook de koeien werden op een goed moment door het dorp gedirigeerd. Het pension biedt uitzicht op de bergen, zodat we alvast een voorproefje hebben op wat ons morgen te wachten staat.
25 september - being guided by dogs near Sibiu
Vandaag ging onze route over de Transfăgărăşan weer verder. Deze route is door Top Gear uitgeroepen tot mooiste route ter wereld en aan ons de taak om uit te vinden of wij ons konden vinden in deze uitspraak. Om te beginnen bezochten we het 7 km verderop gelegen Poenari kasteel. Om er te komen moesten de spieren eraan geloven: 1.462 treden naar het kasteel op de heuveltop lagen in het vooruitzicht. We werden begeleid door een zwerfhond die, als wij weer eens achter bleven, steeds geduldig op ons wachtte. Met zo'n trouwe viervoeter in de buurt waren wij niet bang om 1 van de vele bruine beren die in de Karpaten zitten tegen het lijf te lopen. Sneller dan gedacht waren de treden op en bereikten we de brokstukken van Vlad Tepes (je weet wel, Dracula) kasteel die in 1462 (waar hadden we dat getal eerder gehoord?) moest toegeven dat de Turken een maatje te groot voor hem waren. Twee van zijn slachtoffers waren gespiest voor het kasteel tentoongesteld en bij het horen van de details over het spiesproces dat Sven feilloos wist op te rakelen, kreeg Marijke er een gruwelijk beeld bij. Het was een geweldige plek om stil te staan bij de onmogelijkheden van de Middeleeuwen. En het uitzicht was ook om van te smullen. We zagen de eerste slingers in het wegdek vanaf de heuvel.
We gingen fluitend de heuvel af terug naar de auto en stopten alweer snel erna bij een dam, die duizelingwekkend hoog was. We probeerden ook het meer nog op de foto te zetten, maar dat leek onmogelijk door de grote hoeveelheid bomen om ons heen. We stopten even verderop bij een uitgestorven dorp, waar we op de voet gevolgd werden door een jonge hond naar een klooster, die dit waarschijnlijk als meest actieve uitstap van vandaag zal noteren in zijn dagboek. Na een stevige Roemeense hap van 14 euro voor 2 personen inclusief drankjes, vervolgden we onze road trip. De uitzichten werden waanzinnig toen we eenmaal de boomgrens gepasseerd waren. Vele tunnels, haarspeldbochten en viaducten leidden ons uiteindelijk naar het hoogtepunt van de Transfăgărăşan. Er lagen wat hopen sneeuw en het hagelde behoorlijk. Natuurlijk moesten we bovenop de berg een foto maken, maar het voelde behoorlijk guur aan. Gedurende de tocht naar het dal aan de andere kant van de berg kregen we te maken met natte wegen, hagel en regen en heel veel haarspeldbochten. Al deze signalen om rustig aan te doen werden niet gezien door de Roemenen, wat het alles bij elkaar een erg inspannende trip maakte. Helaas moeten wij Top Gear teleurstellen: alhoewel dit een prachtige trip was, vonden wij dit niet de mooiste road trip die wij ooit gemaakt hebben.
Sibiu was onze eindbestemming vandaag en ons appartement was snel gevonden. De taalbarrière tussen ons en degene die ons de sleutel overhandigde was zo overwonnen door gebruik te maken van handen en voeten. En daarna pakten we nog even wat bezienswaardigheden van Sibiu mee, nu het weer ook wat opgeklaard was. De oude verstevigde citadel, ooit door de Saksen gesticht, was de moeite waard, ook al werd al het oude moois dat we zochten toch wel ietwat ontsierd door de neonkleuren van de plaatselijke kermis. We zochten ons heil maar een plein verder en liepen een rondje in de oude stad, beklommen de trappen van 1 van de torens en kwamen tot rust in de kerk terwijl het orgel werd uitgetest. Al met al een leuke stad om rond te struinen.